top of page
  • Foto van schrijverGula

Capoeira instrumenten

Bijgewerkt op: 25 jan. 2021

Muziek maakt fundamenteel deel uit van de capoeira. Zonder muziek, kan je geen capoeira spelen. De term ‘bateria’ heb je misschien al horen vallen. Bateria betekent ‘alle instrumenten van een capoeira roda’. Hieronder geven we je een overzicht:

Berimbau

De berimbau is het belangrijkste muziekinstrument in de capoeira. Waarom? Omdat de berimbau het verloop van de roda bepaalt. De stijl, de snelheid, het begin, het einde… De berimbau heeft het voor het zeggen.


Het is je waarschijnlijk al opgevallen dat een berimbau een heel eenvoudig instrument is. Het bestaat uit:

  • een stok (verga), meestal van beribahout;

  • een ijzeren snaar (arame), vaak van een autoband;

  • een uitgeholde kalebas (cabaça), die fungeert als klankkast;

  • een stokje (baqueta), waarmee je tegen de snaar slaat;

  • een steen (pedra) of munt (dobrão), om tegen de snaar aan te houden en de toonhoogte te bepalen;

  • een ‘caxixi’, een soort rammelaar.


In een roda zijn er drie berimbaus die samen gespeeld worden, met elk een verschillende grootte (kalebas) en dus een verschillende toon:

  • Gunga: De 'gunga' is de berimbau met de grootste kalebas. Deze berimbau klinkt het zwaarst en bepaalt het ritme en de stijl van de roda.

  • Medio: De berimbau met een middelgrote kalebas is de ‘medio’.

  • Viola: De berimbau met de kleinste kalebas is de ‘viola’.


Pandeiro

Een ‘pandeiro’, of tamboerijn in het Nederlands, is een slaginstrument. Het wordt ook heel vaak gebruikt in de capoeira. De 'pandeiro' volgt het ritme van de 'berimbau'.


Atabaque

De ‘atabaque’ is een grote houten trommel die je met de handen bespeeld. Het is vergelijkbaar met een conga. De ‘atabaque’ heeft de vorm van een ton, bovenaan is een vel gespannen. Er bestaan drie verschillende formaten van de 'atabaque': ‘Rum’, ‘Rum-pi’ en ‘Lê’ (van groot naar klein). De verschillende grootte zorgt ervoor dat ze een verschillende toonhoogte voortbrengen. In een capoeira roda is er meestal maar één 'atabaque'. De 'atabaque' volgt het ritme van de 'berimbau'.


Agogô

De 'agogô' is een instrument met een hoog en een laag geluid. Er zijn twee verschillende types van de ‘agogô’. Een eerste type bestaat uit een dubbele ijzeren “bel” (een soort koebel) waarop geklopt wordt met een metalen stok. Hierdoor ontstaan twee geluiden. Een tweede type is de ‘agogô de castanha’. Bij deze 'agogô' zijn er twee holle kokosnoten op een stok bevestigd. Het geluid ontstaat door met een stokje op de bellen of kokosnoten te slaan. De 'agogô' wordt niet altijd gebruikt in de roda. Het gebruik ervan varieert van groep tot groep.


Reco-reco

De 'reco-reco' is ook een percussie instrument. Het bestaat uit een stuk bamboe-hout waarin inkepingen gemaakt zijn. De klank wordt gemaakt door er met een stokje uit hout of metaal over te wrijven. Ook dit instrument wordt niet altijd gebruikt in de roda. Het gebruik ervan varieert van groep tot groep.


Capoeira trainen? Dat doe je bij CTE Capoeiragem in Leuven, Wilsele of Rotselaar. Vraag nu je gratis proefles aan.



113 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page